Voornemens kabinet over preventie op het werk
Op verzoek van het kabinet bracht de Sociaal Economische Raad in september 2014 haar advies uit over de toekomst van arbeidsgerelateerde zorg. Dit met het oog op de veranderende arbeidsmarkt en de noodzaak tot een grotere duurzame inzetbaarheid van de beroepsbevolking. Op 28 januari jl. informeerde het kabinet de Tweede Kamer over haar voornemens naar aanleiding van dit SER-advies.
De reactie van het kabinet richt zich op vier pijlers:
- Meer preventie op het werk.
- Betere arbodienstverlening door meer betrokkenheid werknemers.
- Vastleggen van een basiscontract voor professionele arbodienstverlening en meer bescherming voor de werknemer.
- Betere zorg voor werknemers door goede samenwerking tussen de reguliere gezondheidszorg en de bedrijfsgezondheidszorg.
Afspraken maken over preventie
Op het gebied van preventie op het werk heeft het kabinet de volgende concrete voornemens:
- Het kabinet doet een beroep op werkgevers en werknemers om afspraken te maken over preventie, uitvoering van preventieve activiteiten, vergelijkbaar met scholing. Vooral met het oog op het bevorderen van de duurzame inzetbaarheid van werknemers. Ook gaat het kabinet overleggen op welke wijze de preventie inspanningen in de bedrijven kunnen worden vergroot.
- Vrij toegang van werknemers tot de bedrijfsarts/arbodienstverlener wordt in de wet vastgelegd.
- Kabinet gaat het haalbaarheidsonderzoek naar het Persoonlijk Dossier afronden.
Effecten van de maatregelen meten
Het kabinet wil per pijler de effecten van de maatregelen in beeld brengen. Daartoe wordt een nulmeting uitgevoerd in 2015 en een eindevaluatie in 2020.
Lees de volledige reactie van het kabinet (kamerbrief d.d 28.01.15)
Bron:
Oval.nl | 29.01.15