Grenzen stellen, hoe doe je dat? (2)
Veel mensen met een burn-out hebben moeite met grenzen. Sterker nog: het is vaak zelfs de oorzaak van burn-out. Want door geen of te weinig grenzen te stellen pleeg je roofbouw op je lichaam en raakt je energie op. Leren grenzen stellen is niet iets wat je even snel leert. Er gaat een heel proces aan vooraf. Dit is deel 2 van een serie over grenzen stellen.
Kindertijd
In het eerste deel heb je gelezen over hoe karakter, genen en omgevingsfactoren invloed hebben op je manier van grenzen stellen. Daarnaast las je over gedragspatronen die in de kindertijd zijn ontstaan en die je in je volwassen leven met je meedraagt. Door aanpassing aan de grenzen van de ouders (of andere mensen/verzorgers in de directe omgeving) leer je als kind niet naar je eigen signalen en grenzen te luisteren.
Je grenzen opzij schuiven
Wanneer je als kind weinig ruimte had om je eigen grenzen te ontdekken en uiten, leerde je dus om je grenzen opzij te schuiven. En soms nog erger. Zoals je grenzen helemaal niet meer voelen. Want grenzen voelen, dat leverde problemen op. En hier lopen veel mensen met een burn-out tegenaan. Want wat zijn eigenlijk je eigen grenzen? En wanneer zijn het grenzen van anderen? Dat verschil is bijvoorbeeld vijftig jaar later lastig te onderscheiden.
Lichaamssignalen herkennen
Weer leren voelen waar je grenzen liggen is de eerste stap naar ze ook kunnen uiten in de buitenwereld. Het lichaam is daar een mooi instrument voor. Het geeft signalen af die aangeven dat je te ver gaat. Wanneer je net begint met het ontdekken van deze lichaamssignalen dan zijn ze nog heel subtiel. Maar gaandeweg leer je duidelijk onderscheid maken tussen de verschillende manieren waarop je lichaam reageert op de omgeving.
Een diepere laag
Naast het luisteren naar lichaamssignalen die je persoonlijke grenzen aangeven is het ook belangrijk aandacht te geven aan een nog diepere laag. Dat gaat over het accepteren dat je grenzen hebt en dat je die mag aangeven. Dat klinkt misschien simpel. Toch is het soms best moeilijk om ‘nee’ te zeggen en daar oké mee te zijn. Zeker als je hoofd iets anders aangeeft. Bijvoorbeeld: wie ben ik dat ik zo maar mag zeggen wat ik wil? En doe ik daar anderen geen pijn mee? Wat vinden anderen van mij als ik ze niet geef wat ze willen? Jezelf weer de moeite waard vinden om je te uiten is vaak nog een heel proces.
Patronen herkennen
Uiteindelijk gaat het om het herkennen van die oude patronen uit de kindertijd waaraan vaak hardnekkig vastgehouden wordt. Die (overlevings)patronen hebben je namelijk veiligheid gegeven en beschermd. Het is soms heel eng om die te moeten loslaten en te vertrouwen op nieuwe mogelijkheden. Ook heeft die afwijzing in je kindertijd helemaal niets met jou te maken. Vaak was het onkunde van de ouders/verzorgers of bepaalde omstandigheden die niet goed voor je waren. Dit beseft helpt je om je situatie met andere ogen te zien en te accepteren.
Confrontatie met de omgeving
Je hebt geleerd dat je mag zijn zoals je bent. Je voelt aan waar je grenzen liggen. En dan? Dan zet je die grenzen steeds meer in de buitenwereld neer. Eerst nog met kleine stappen. Maar stukje bij beetje durf je steeds meer. Dan komt er vaak een moment dat er een confrontatie is met de omgeving. En dit is een punt waar veel mensen weer afhaken. Terijl, in deze fase is he juist heel belangrijk om het bij tegenslag niet op te geven.
Omgaan met de nieuwe situatie
Waar je eerst heel meegaand was, daar zegt je nu steeds duidelijker wat je wilt. Dan kan het gebeuren dat je omgeving helemaal niet blij is met deze verandering. Voor anderen is het namelijk wel makkelijk dat je zo meegaand bent. Veel mensen schrikken op dit moment terug en zeggen: “Zie je wel, als ik mijn grenzen stel dan krijg ik iedereen over me heen en gaat het mis”. Maar je vergeet an dat niet alleen jijzelf aan deze nieuwe situatie moeten wennen. Je omgeving moet dat net zo goed. Uitleggen waar deze omslag vandaan komt kan voor meer begrip van je omgeving zorgen.
Lees verder in deel 3: 4 stappen om beter je grenzen te stellen