Iedereen piekert wel eens. Over een ruzie, een doktersafspraak of bijvoorbeeld een examen waar je als een berg tegen opziet. Af en toe piekeren is helemaal niet erg. Het wordt pas echt vervelend als gedachten zo blijven malen in je hoofd dat ze je dagelijks functioneren belemmeren.

Het grote verschil tussen nadenken en piekeren is dat nadenken tot een oplossing leidt en piekeren niet. Bij piekeren is sprake van een eindeloze reeks gedachten die maar door je hoofd blijven spoken en je aandacht blijven vragen. ‘Wat als ik…? ‘Stel dat…?’ Mensen die piekeren doen dit meestal met de bedoeling om hun gedachten op een rijtje te zetten of zichzelf voor te bereiden op een situatie. Maar piekeren leidt niet tot oplossingen of nieuwe inzichten en kost bovendien veel tijd en energie. Veel piekeren kan leiden tot stress, angst en somberheid.

Piekeren: symptoom van een stoornis?

Soms staat het piekeren niet op zichzelf en is er meer aan de hand. Piekeren kan bijvoorbeeld een kenmerk zijn van een gegeneraliseerde angststoornis of een depressie. Een gegeneraliseerde angststoornis wordt ook wel piekerstoornis genoemd. Je hebt dan het gevoel dat je niet meer kunt stoppen met piekeren en je maakt je continu zorgen over gewone dingen die bij het dagelijks leven horen. Al dat gepieker belemmert je functioneren. Is het piekeren een kenmerk van een depressie, dan heb je ook andere klachten zoals zwaarmoedigheid, somberheid, lusteloosheid of zie je het leven niet meer zitten.

Bron:

Psychischegezondheid.nl | 15 mei 2014