Burn-out ervaring van Chamila | grenzen aangeven
Rond de zomer van 2022 begon bij mij stress op te lopen. Een aantal collega’s kregen een andere baan, de werkdruk nam toe en ik ging verhuizen. Spanning stapelde zich op waardoor ik minder goed sliep en fysieke klachten kreeg. Ik voelde het op dat moment niet volledig goed aan, en dacht als ik ‘gewoon’ doorga dan komt het vast wel goed. Ik gaf mijn grenzen, als ik deze al voelde, ook (bijna) niet aan.
Rond december kwam dit tot een hoogte(of diepte)punt, waarbij ik niet meer kon ontkennen dat het slecht ging. Er werd preventief geprobeerd werkdruk weg te nemen, maar dit leidde niet tot verbetering. Na een weekje vrij kwam ik terug op mijn werk en direct was ik weer ‘op’.
Rond deze periode is het BoFit-traject gestart, waarbij ik in het begin nog volledig aan het werk was. Het traject voelde voor mij op dat moment als iets extra’s wat er naast mijn werk ook nog bij kwam. Toch merkte ik wel dat ik dit nodig had. Uiteindelijk heb ik besloten om mijn werk tijdelijk stil te leggen. Hierdoor kreeg mijn hoofd ook meer ruimte om echt aan de slag te gaan met het traject.
Ik kreeg de ruimte om over dingen na te denken. En te kunnen inzien welke patronen/gewoontes ik heb en hoe ik hier zelf invloed op kon hebben. Daarnaast nam ik rust en maakte ik gebruik van de ontspannings-/ademhalingsoefeningen. Ik wilde dat het snel weer beter zou gaan en was heel hard aan het werk. In de loop van het traject merkte ik dat dit mij niet verder hielp. Ik moest het de tijd geven en niet te veel van mijzelf verwachten (stap voor stap). Ik heb los moeten laten dat ik voor een bepaalde datum weer aan het werk zou zijn.
Toen leek het er pas echt uit te komen. Ik heb veel geslapen en kon daarna weer stappen vooruitzetten. De oefeningen tijdens het BoFit-traject hebben bijgedragen aan de inzichten die ik hierboven beschreef. Voordat het traject afgelopen zou zijn, merkte ik dat ik voor mijn gevoel nog niet klaar was. Het traject liep wat anders dan vooraf bedacht doordat ik in het begin nog volledig aan het werk was. Ik voelde mij opgelucht dat het traject nog wat langer ingezet kon worden. Het gaf mij veel inzicht, en het was voor mij ook een moment om na te gaan hoe ik me echt voelde.
Vermoeidheid bleef een ‘ding’. Ik heb zicht gekregen op mij vermoeid voelen en vermoeid zijn (de gedachte daarin). Dit probeer ik in te zetten op de momenten dat vermoeidheid een ‘ding’ is.
Het aangeven van grenzen is tijdens het gehele traject een gespreksonderwerp geweest. Waar ik in het begin moeite had met het aangeven van grenzen, omdat ik mijn grenzen eigenlijk niet of pas laat aanvoelde, leerde ik om mijn grens wél aan te voelen. Dit door momenten van bewust nadenken in te passen of door standaardantwoorden als “daar ga ik over na denken” te geven. Zo had ik ruimte om eerst te voelen voordat ik antwoord gaf.
Daarnaast hebben we situaties besproken waarbij ik twijfelde over bepaalde keuzes. Zo kon ik erachter komen waar mijn grens lag en hoe ik dit gesprek met de ander kon aangaan. Dit heeft mij heel veel inzicht gegeven. Ik weet steeds beter waar mijn grens ligt (voel deze beter aan) en ben druk aan het stoeien om de grens vervolgens ook aan te geven.
Voor mij blijft het vraagstuk of ik voldoende energie krijg vanuit mijn werk nog liggen. Ik wil de komende periode mijn werk verder opbouwen met daarin oog voor de energie die het vraagt en de energie die ik krijg. Aan de hand daarvan kan ik mijn werkzaamheden aanpassen. Of het blijkt dat het werk niet geschikt is voor mij. Om hiermee aan de slag te gaan zal dit tijdens mijn werkbegeleidingsgesprekken met mijn leidinggevende ook een gespreksonderwerp/doel zijn.
0 reacties